Australië; Brisbane en Noosa
Door: Esther
Blijf op de hoogte en volg Esther
24 November 2013 | Australië, Noosa Heads
Hier is weer een verslagje vanaf de andere kant van de wereld. De tijd gaat zo snel, we zijn al over de helft van onze reis! Shit, het aantal gespotte kangoeroes is nog steeds 0. Het aantal gespotte haaien gelukkig ook. Ik ben helemaal relaxed. Het is hier hartstikke zomer en ik loop hier hele dagen op blote voeten. Het begon door een blaar van mijn teenslipper, maar het bevalt zo goed dat we nu ook op dagen zonder blaren geen slippers meer aandoen. Dat vind niemand raar hier, doen best veel mensen!
De vorige keer stopte mijn verhaal bij de bus naar Brisbane. Iedereen had ons verteld dat Brisbane saai en lelijk was, maar wij gingen er toch drie nachtjes heen. Ik vond het helemaal niet saai en lelijk. Er is geen strand, maar wel een super mooie lagoon. Die heb je hier op veel plaatsen, is een soort van nepzee/zwembad midden in de stad. De bruggen waren 's nachts versierd met gekleurde lampjes en er waren hele mooie winkels, vol met kleren die niet in onze rugzak pasten en die we niet konden betalen, maar ernaar kijken, maakten ons al blij. Verder zijn we naar 3 verschillende musea geweest en naar boven gegaan in een oude kloktoren. Niks saai en lelijk.
Nu zitten we in Noosa op de veranda op een bank waarvan ik nu nog niet precies weet hoe ik hier dadelijk uit ga opstaan. Ons hostel lijkt op een strandhuis uit een film. Alles is van crèmekleurig hout, met gekleurde raampjes. Noosa is een luxe surfplaats, omringd door een national park met naar horen zeggen 63 verschillende ecosystemen. Emmy en ik weten niet precies wanneer iets een ecosysteem is, maar we weten wel dat het er hier uit kan zien alsof je midden in het regenwoud bent, 50 meter verder alsof je op een dorre hei bent en weer 50 meter verder alsof je op een expeditie robinson strand bent. Heel apart. En heel mooi. We hebben drie wandelroutes gedaan. Onderweg zagen we een bloedende boom, hebben we twee koala's in de boom zien zitten en zijn we een reuzehagenis (leek bijna een krokodil) die achtervolgd werd door een boskalkoen tegengekomen. En dat allemaal gewoon in het wild!
Verder zijn we een dag naar de Eumundi Markets geweest, een zweverige hippiemarkt in een dorpje verderop. Er waren allemaal kraampjes met dingen als handreadings, reiki, speciale massages, maar ook schattige spulletjes en allerlei eten. Was leuk!
's Avonds is er niet veel te doen in Noosa. In het hostel mag je geen eigen drank hebben en de bar is de duur voor ons backpackers. We zijn een paar keer op het strand gaan chillen met een kleedje, een speaker en een zak 'goon'. Dat was steeds goed vermaak. Goon is wat bijna alle backpackers hier drinken; goedkope Australische wijn in zakken van 4 liter (dat kost ongeveer $10,-, €7,30). Het woord goon betekent kussen in het aboriginals en het heet zo, omdat ze vroeger de lege wijnzakken opbliezen en als kussen gebruikten. Geinig hè?!
Vanuit Noosa zijn we vier dagen en drie nachten naar een bushcamp in the Everglades, een natuurgebied hier in de buurt gegaan. Al best veel mensen hebben me gevraagd wat een bushcamp is, maar dat is dus een kamp in the bush. Dat hield in: een met zeil overdekte keuken, een tv-hut met een dak, drie muren en heel veel banken, een pooltafel, een hut met een soort van hangmatstapelbedden, wc's, douches en een kampvuur. Oh en een klein strandje aan de rivier. 's Ochtends liet de meneer die hier werkte je een plattegrond van de omgeving zien en gaf hij suggesties van plaatsen waar je naartoe kon kanoën. De eerste dag gingen Emmy en ik over de rivier naar Lake Cootharaba en via dit meer naar de Cooloothin Creek. Hierin was het water heel stil en door afval van de bomen heel reflecterend. Als je vanuit de kano naast je keek, leek het soms alsof je over een kloof vloog, omdat je alle bomen onder je zag weerspiegelen. Als we stil waren, hoorden we helemaal niks, alleen wat vogels. Die zaten er veel; een soort pelikanen, kleine vogeltjes die op ijsvogeltjes leken en veel roofvogels die boven het water cirkelden en soms opeens naar beneden doken om een vis te pakken. Er zaten ook springende vissen en knalblauwe kwallen. De tweede dag zijn Emmy en ik de andere kant op gevaren, naar Lake Cooroibah. We legden aan op een strandje aan het meer en gingen zonder enig richtingsgevoel (ik ben en blijf tenslotte een vrouw) op zoek naar de zee. Niet gevonden dus. Na even uitrusten zijn we maar weer teruggevaren. Het was een helse tocht, want de stroming en wind waren soms sterker dan Emmy en mij. Op sommige stukken konden we peddelen wat we wilden, maar gingen we toch de andere kant op (en nee, dat had niks met onze peddeltechnieken te maken). Uiteindelijk is het ons toch gelukt om terug bij het kamp te komen, met trots en spierpijn.
Verder hebben we vooral kaart- en drankspelletjes gespeeld, gepoold en aan het kampvuur gezeten. Elke avond waren we met een groep van ongeveer 20 mensen. Was hartstikke gezellig hier. Één avond was er opeens een invasie van possums, kleine buideldiertjes, rondom ons kampvuur. Ik vond ze toen heel schattig en niet eng (dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat we toen al een aantal uur aan de goon zaten), maar na wat research op google blijken ze toch wat minder cute.
Zou ik bijna vergeten dat we nu eindelijk ook eens gesurfd (oké, geprobeerd te surfen) hebben, in plaats van alleen maar vanaf het strand naar de surfers te kijken. We hebben een les van een wereldkampioen (zegt hij) gekregen. Zelf was ik niet bepaald een natuurtalent. Twee liter Pacific Ocean gedronken. Maar we geven nog niet op en gaan vaker oefenen! Ik laat jullie snel weten of onze volgende surfsessie beter ging!
Hasta la pasta!
Liefs,
Esther
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley